Alles over je baarmoeder rondom de zwangerschap
Negen maanden lang is je baarmoeder een veilige plek voor je baby. Tijdens je zwangerschap beschermt het je groeiende baby, maar ook vóór die tijd is het orgaan volop actief. Hoe werkt de baarmoeder precies en wat zijn de belangrijkste functies voor, tijdens en na de zwangerschap?
De baarmoeder als vrouwelijk geslachtsorgaan
In een normale staat is je baarmoeder ongeveer zo groot als een peer. Het orgaan ligt in je bekkenholte, achter de blaas en voor de endeldarm. Het wordt op zijn plek gehouden door een aantal banden, ook wel ligamenten genoemd. Door de groei van je baarmoeder tijdens de zwangerschap komen deze onder druk te staan, waardoor je bandenpijn kan ervaren.
De baarmoeder bestaat uit twee onderdelen. Eén daarvan is het lichaam van de baarmoeder, dat via de eileiders in verbinding staat met de eierstokken. Het tweede gedeelte is de baarmoederhals, die via de baarmoedermond verbonden is met de vagina.
Hoe zit het ook alweer met de menstruatiecyclus?
Ongeveer elke maand verlaat een rijpe eicel één van de eierstokken. Dit is de eisprong. De eicel komt in de eileider terecht en verplaatst zich naar de baarmoeder. Als hij onderweg wordt bevrucht door een zaadcel, kan hij zich innestelen in de baarmoederwand.
Als de eicel niet bevrucht is, breekt het overtollige baarmoederslijmvlies – wat aangemaakt was om de eicel goed in de baarmoederwand te laten innestelen – af en wordt het afgevoerd via je vagina. Zo begint je menstruatie.
“Wist je dat je baarmoeder wel 500 keer zo groot en 10 keer zo zwaar wordt tijdens de zwangerschap?”
De functie van de baarmoeder
De baarmoeder heeft drie belangrijke functies rondom de zwangerschap:
- De innesteling van een bevruchte eicel
- Bescherming van je baby
- De bevalling
De innesteling van een bevruchte eicel
De zwangerschap begint wanneer een bevruchte eicel zich innestelt. Daar waar de innesteling plaatsvindt, groeit later de placenta. Na de innesteling begint je lichaam met het aanmaken van ‘humaan choriongonadotrofine’ (hCG), het zwangerschapshormoon.
Bescherming van je baby
Ongeveer twee weken nadat de eicel zich heeft ingenesteld, vult de vruchtzak in je baarmoeder zich met vruchtwater. Dit vocht biedt extra bescherming voor je baby tijdens de zwangerschap. Het vruchtwater werkt niet alleen als een soort ‘stootkussen’, maar het zorgt ook voor een constante temperatuur in de baarmoeder, beschermt tegen infecties en helpt je groeiende baby om zijn ademhalingsstelsel en spijsverteringssysteem te trainen.
In de baarmoeder zit nog een belangrijk onderdeel dat de groei van je baby mogelijk maakt en in stand houdt: de placenta, ook wel moederkoek genoemd. Vanaf 12 weken is de placenta volledig ontwikkeld. Het is verbonden met je baby via de navelstreng. De verbinding maakt het mogelijk om belangrijke voedingsstoffen en zuurstof bij je foetus te krijgen, zodat deze goed kan groeien.
De bevalling
Na maandenlang een fijn onderkomen te zijn geweest voor je baby, speelt de baarmoeder een belangrijke rol tijdens de bevalling. De bevalling begint in de meeste gevallen met ontsluitingsweeën of gebroken vliezen, waardoor vruchtwater vrijkomt. Weeën ontstaan doordat het spierweefsel van de baarmoederwand zich samentrekt.
Bij elke wee wordt de de baarmoederhals korter en de baarmoedermond zachter. Hiermee komt de ontsluiting op gang, omdat de baarmoedermond steeds verder kan oprekken. Wanneer de baarmoedermond een diameter van 10 centimeter heeft, heb je volledige ontsluiting. Eindelijk, je mag gaan persen!
Groei baarmoeder tijdens de zwangerschap
Tijdens je zwangerschap is de groei van je baarmoeder een goede schatting voor de groei van je kindje. Als je op controle gaat, kijkt je vroedvrouw of gynaecoloog hoe je baarmoeder groeit door de positie van de bovenrand (X) ten opzichte van het schaambot (S) en de navel (N) te voelen. Dit wordt ook wel de fundushoogte genoemd; fundus is de medische term voor het bovenste gedeelte van je baarmoeder.
De fundushoogte is een manier om met een uitwendig onderzoek te schatten of de groei van je baarmoeder past bij hoeveel weken je zwanger bent. Het aantal centimeters staat voor het aantal weken, met een marge van 1 tot 4 centimeter. Ben je 20 weken zwanger? Dan is je fundushoogte waarschijnlijk tussen de 16 en 20 centimeter. Een nauwkeurige meting is vaak alleen mogelijk als je een lege blaas hebt.
Na de bevalling
Na de bevalling moet je baarmoeder weer naar zijn oorspronkelijke grootte terugkeren. Dit kan gepaard gaan met naweeën, die je ook tijdens de nageboorte kan voelen wanneer de placenta loskomt van de baarmoederwand.
De vroedvrouw controleert tijdens je kraamweek wat de stand van je baarmoeder is, en of deze goed terugzakt. Dit wordt gedaan door het aantal vingers tussen de navel en de bovenkant van de baarmoeder te meten.
In de eerste weken na de bevalling kan je als kersverse moeder wat bloed verliezen. Dit is geen normale menstruatie, maar het gevolg van de losgelaten placenta die in de baarmoederwand een wond achterlaat. In de meeste gevallen geneest de wond vanzelf en heb je na een aantal weken geen bloedverlies meer. Je zal wel even opkijken van de hoeveelheid kraamverbanden die je in deze periode nodig hebt!
Geef je borstvoeding? Dan krimpt je baarmoeder meestal sneller terug naar zijn oorspronkelijke staat. Dit komt door de hormonen die vrijkomen tijdens het geven van borstvoeding. Een nadeel hiervan is dat je de naweeën extra goed kan voelen tijdens het voeden. Het kan helpen om met een lege blaas te voeden, dan wordt je baarmoeder niet onnodig omhoog geduwd.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app
Wanneer weer ongesteld?
Wanneer je na de geboorte van je baby weer je regels krijgt, is afhankelijk van je hormoonhuishouding. De eerste menstruatie na de zwangerschap komt meestal tussen 6 weken en een aantal maanden na de bevalling.
Wanneer je eerste menstruatie weer begint, is er ook afhankelijk van of je wel of geen borstvoeding geeft. Het hormoon prolactine speelt hier een belangrijke rol in. Prolactine stimuleert niet alleen de melkproductie, maar het zorgt er ook voor dat er minder makkelijk een eisprong kan plaatsvinden en het remt de aanmaak van het baarmoederslijmvlies.
Auteur Laura Miller-Sijm